door Paul Kloet

De Eigenzinnige Fietser

3 Redactioneel nieuwe foto Ventiel 189

Theorie

Elke Nederlander vanaf groep 7 van de basisschool kent de belangrijkste verkeersregels. Daarin staat hoe je je bijvoorbeeld als fietser of automobilist in het verkeer dient te gedragen. Ontwerpers van verkeersinfrastructuur hebben geleerd en gaan er van uit, dat iedereen zich ook aan deze regels houdt. De praktijk is echter vaak anders. Veel fietsers hebben lak aan de officiële regels, maar hebben daar wel hun redenen voor.   

 

Routekeuze

In onze overleggen met gemeenten en hun adviseurs komen we regelmatig tegen, dat infra-ontwerpen technisch wel kloppen, maar voor een ervaren fietser niet altijd logisch zijn. Ik kan de voorbeelden zo aanwijzen.

Een fietsroute kan nog zo mooi aangelegd zijn; als er een snellere route te vinden is zal iemand, die regelmatig van A naar B fietst, die nemen. Een beetje fietser maakt zelf wel uit, wat de beste route voor hem of haar is. 

Snel is niet altijd de kortste route; ook obstakels onderweg (verkeerslichten, drukke en lastige oversteken, hoge bruggen of viaducten, e.d.) kunnen bij de routekeuze een rol spelen

Daarnaast kiezen veel fietsers er voor tegen de rijrichting in te rijden (of over het trottoir) om ergens sneller te komen. Voetgangersgebieden bij winkelcentra, bij pleinen of in parken zijn ook nogal eens interessant als sluiproute.

 

Verkeerslichten

Veruit de grootste obstakels (of ergernissen) voor fietsers zijn verkeerslichten. Natuurlijk zijn die vaak onvermijdelijk. Een beetje ervaren fietser zal door een slimme routekeuze proberen verkeerslichten zo veel mogelijk te mijden. Tegen het verkeer in rijden hoort daar ook bij.

Uit metingen op diverse kruisingen in Helmond hebben wij geleerd, dat er om allerlei redenen sprake is van vaak lange cycli met per rijrichting maar een beperkte groentijd voor fietsers. Daarnaast hebben wij moeten vaststellen, dat onnodig wachten op veel kruispunten veel te vaak voorkomt. Een deel van de fietsers wacht niet en rijdt door rood (trouwens ook automobilisten doen dit). 

Wij pleiten er daarom al langer voor het aantal verkeersregelinstallaties zo veel mogelijk te beperken of te vervangen door tunnels, viaducten, rotondes of andere veilige infrastructuur. Waar verkeerslichten echt onvermijdelijk zijn moeten ze zo ingeregeld zijn, dat onnodig wachten zoveel mogelijk wordt voorkomen. 

 

Wegafzettingen

Een ander soort hindernissen voor fietsers zijn wegafzettingen voor tijdelijke werkzaamheden, maar ook voor weekmarkten, kermissen en andere manifestaties. Een wegafzetting zal meestal wel nodig zijn, maar een fietser heeft er een ontzettende hekel aan, vooral als hij dan ook nog eens moet omrijden. Als er maar ergens een gaatje is zal hij proberen met zo min mogelijk moeite de obstakels te omzeilen. Hij stapt niet af, negeert verbodsborden, zet hekken opzij, ploegt door het zand etc.

Wij pleiten er voor, dat een wegafzetting voor fietsers daarom absoluut noodzakelijk moet zijn en de omrijroute zo kort mogelijk.

 

Conclusie en advies 

Naar mijn mening blijkt uit al deze voorbeelden, dat er zowel bij het ontwikkelen als het beheer van fietsinfrastructuur, het al dan niet toepassen van verkeersregelinstallaties, het bepalen en inrichten van wegafzettingen en het aanwijzen van voetgangersgebieden veel meer aandacht moet zijn voor het feitelijke gedrag van al die eigenzinnige fietsers. 

 

Ik denk, dat de eigenzinnige fietser zelf zijn gedrag helemaal niet abnormaal vindt; veel eerder slim, want het kost hem minder moeite en hij wint er tijd mee. 

 

Categorieën